Vier jaar ben je. Maandagavond vier november, een uur of acht. Ik zie je dansen op het grote podium van het Zaantheater. De school voert “de notenkraker” op. De zaal gevuld met trotse ouders, opa’s en oma’s. Een strijkorkest stuurt je met onzichtbare hand naar de voorgrond. Tilt je op. In het volle licht. Draai je sierlijke rondjes met een slinger in je hand. De andere kinderen zijn al verder in de geplande choreografie. Jij draait nog ongeplande rondjes. Het brilletje parmantig op je neus. De zaal begint je toe te lachen. De andere meisjes al in gebogen houding op de vloer. Jij draait nog rondjes. Zoals ik je de afgelopen weken vaak zag doen in onze huiskamer. Een gelukzalige glimlach onder dat neusje. Vertederde “oohs en aahs” dalen neer. Dan zie je de andere meisjes. De trance doorbroken. In een snelle rechte lijn sprint je naar het groepje. Een golvende lach uit de zaal. De jongens tikken één voor één de meisjes wakker. Ik droom nog steeds..
Wat ontzettend lief. Ik zat vandaag bij een andere presentatie. De eerste van en door een brugpieper. Een trotse oma. Hetzelfde als jij maar dan anders. Groet!!
dag athy; hetzelfde en toch anders, dat is prachtig en een uitspraak met diepe betekenis
gisteren met mijn meisjes naar atletiek voor een crosswedstrijd; ze zien rennen door het veld, maakt iets in me los, dat tijdloos lijkt en wonderschoon,
groet,
Martin
Het is fijn, Martin, om weer van je te lezen. Tot een volgende keer en, geniet van je meisjes.